Crowdsourcing
Crowdsourcing en co-creatie. Het duurde even voordat het bij mij ging dagen, maar eigenlijk is het een leuke manier om je omgeving invloed te geven op wat je als organisatie, of zelfs als individu doet. De term werd het eerst gebruikt door Jeff Howe en ontstond uit een samenvoeging van de term outsourcing met crowd. Zoals Wikipedia het noemt: “waarin organisaties (overheid, bedrijven, instituten) of personen gebruikmaken van een grote groep niet vooraf gespecificeerde individuen (professionals, vrijwilligers, geïnteresseerden) voor consultancy, innovatie, beleidsvorming en onderzoek.” In mijn recente boek had ik deze term niet gebruikt en dacht dus dat het iets ingewikkelds was, maar eigenlijk is het een leuke vorm van meedenken. Iedereen kan invloed uitoefenen. Leuk voorbeeld vind ik het lichtproject in een tunnel van Leidschendam, waar alle bezoekers zelf woorden mochten toevoegen en woorden mochten blokkeren (Zwarts en Jansma Architecten). Op die manier werd het een gezamenlijk kunstwerk. Maar ook bij beleidsnota’s is dat een prachtige vorm. Het ministerie van EZ zet een vorm van crowdsourcing in om nieuw 2.0-beleid te formuleren. En zouden er al verkiezingsprogramma’s op deze wijze zijn vormgegeven? Ik heb intussen begrepen dat D66 overweegt om burgers meer invloed op beleid te geven door crowdsourcing. Misschien een goede opvolger van het referendum, waar je alleen maar Ja of Nee mag zeggen.
Organisaties en bedrijven kunnen crowdsourcing toepassen voor de ontwikkeling van nieuwe producten. Gemeenten kunnen het gebruiken voor de ontwikkeling van nieuwe (ruimtelijke) plannen, zoals Amsterdam deels heeft gedaan bij de prijswinnende ontwikkeling van haar nieuwe structuurplan. En wat denk je van de mogelijkheden voor interne communicatie? Kennisdelers gebruiken die mogelijkheden natuurlijk al. Vakgenoten vinden elkaar via het intranet en de wiki’s. Samen schrijven ze aan productontwikkeling. Maar het kan breder: De PvdA die met haar leden een profiel kan schetsen voor de nieuwe lijsttrekker, medewerkers die samen kunnen brainstormen over de eisen aan de nieuwbouw. En als de organisatie niet te groot is kan een combinatie van een Twittergroep, wiki en bijeenkomsten worden ingezet. Succes verzekerd! Crowdsourcing en co-creatie wekt wel verwachtingen. Nederlandse medewerkers zijn kritisch. Men wil best meedenken en ideeën leveren, maar dan ziet men graag wat er met de ideeën is gebeurd. Goede voorbereiding, transparant en verantwoording zijn dus belangrijk.
Sinds ik veel op LinkedIn en Twitter zit, is het eigenlijk makkelijk om crowdsourcing ook kleinschalig toe te passen. Zo heb ik bij het schrijven van deze column mijn wikivolgers mee laten denken. Ik heb hen gevraagd om suggesties te leveren voor een onderwerp. En zij hebben ook invloed gehad op het nu geplaatste resultaat. Niet groots en meeslepend, maar wel erg leuk. Zonder veel moeite heb ik nu een panel van vrijwilligers die optreden als deskundige. En toch heb ik zelf in de hand wat ik met hun suggesties doe. Ze hebben onderwerpen aangeleverd die anders zijn dan ik zelf zou hebben verzonnen. Dat prikkelt en houdt me scherp. Dank hiervoor. De andere suggesties zien de lezers binnenkort terug in IC of mijn blogs. Crowdsourcing heeft de toekomst!