Context en perceptie
Vanuit mijn studie Communicatie- en informatiewetenschappen heb ik geleerd om kritisch en analytisch naar het gebruik van taal te kijken. Zowel op tekstueel niveau, als in de grotere context. Zo kan bijvoorbeeld het aanpassen van een woord al een wereld van verschil maken. Neem als voorbeeld het verschil tussen een ‘tsunami van vluchtelingen’ of een ‘vluchtelingenstroom’. Het gebruik van een van deze twee termen is niet slechts een kwestie van een woordkeuze, maar van een bepaald denkkader. Een ‘tsunami’ is een natuurlijk fenomeen, iets waar wij als mensen geen grip op hebben. Een ‘stroom’ is een gecontroleerde afvoer van water dat natuurlijk vloeit. De manier waarop je de situatie schetst, in dit geval vluchtelingen, biedt al een bepaald denkkader voor hoe wij daar betekenis aan geven. Bij een tsunami hebben we al snel de associatie van een natuurlijk fenomeen, waarbij we onszelf moeten beschermen. Als we spreken van een gecontroleerde stroom, lijkt de ‘dreiging’ van het water opeens veel minder. Zo zie je dat iedere talige keuze, hoe groot of klein dan ook, invloed heeft op de manier waarop wij betekenis geven aan de wereld om ons heen.